Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 200

Er is geen vrede dan de vrede van God.

1. 1Zoek niet verder. 2Je zult geen andere vrede vinden dan de vrede van God. 3Aanvaard dit feit en bespaar jezelf de kwelling van verdere bittere teleurstellingen, sombere wanhoop en een gevoel van ijzige hopeloosheid en twijfel. 4Zoek niet verder. 5Er valt voor jou niets anders te vinden dan de vrede van God, tenzij je zoekt naar ellende en pijn.

2. 1Dit is het eindpunt waar iedereen tenslotte op uit moet komen, om alle hoop opzij te leggen geluk te vinden waar het niet is, verlost te worden door wat slechts kwetsen kan, vrede te maken uit chaos, vreugde uit pijn en de Hemel uit de hel. 2Probeer niet langer te winnen door te verliezen, of te sterven om te leven. 3Je kunt daarbij niet anders dan vragen om een nederlaag.

3. 1Toch kun je even makkelijk vragen om liefde, om geluk en om eeuwig leven in een vrede die geen einde kent. 2Vraag hierom, en je kunt alleen maar winnen. 3Vragen om wat jij al hebt moet wel succesvol zijn. 4Vragen dat waar wordt wat onwaar is kan alleen mislukken. 5Vergeef jezelf je nutteloze inbeeldingen, en zoek niet langer wat je niet vinden kunt. 6Want wat kan er nu dwazer zijn dan te zoeken en te zoeken en te blijven zoeken naar de hel, wanneer je slechts met open ogen hoeft te kijken om te ontdekken dat de Hemel voor je ligt, achter een deur die makkelijk openzwaait om jou te verwelkomen?

4. 1Kom thuis. 2Je hebt je geluk niet gevonden in uitheemse oorden en wezensvreemde vormen die geen betekenis voor je hebben, hoewel je geprobeerd hebt ze betekenis te verlenen. 3Deze wereld is niet waar jij thuishoort. 4Jij bent een vreemde hier. 5Maar het is jou gegeven het middel te vinden waardoor de wereld niet langer voor wie ook een gevangenis of kerker schijnt.

5. 1Vrijheid is je gegeven waar jij alleen maar ketens en ijzeren deuren zag. 2Maar je dient je denken te veranderen over het doel van de wereld, wil jij een uitweg vinden. 3Je zult gebonden zijn tot heel de wereld door jou als gezegend wordt gezien, en iedereen van jouw vergissingen wordt bevrijd en geëerd wordt zoals hij is. 4Jij hebt hem niet gemaakt, en evenmin jezelf. 5En wanneer je de een bevrijdt, wordt de ander aanvaard zoals hij is.

6. 1Wat doet vergeving? 2In waarheid heeft ze geen functie en doet ze niets. 3Want in de Hemel is ze onbekend. 4Ze is alleen nodig in de hel, waar ze een machtige functie te vervullen heeft. 5Is het ontsnappen van Gods geliefde Zoon aan kwade dromen, die hij zich inbeeldt en toch voor waar houdt, niet een waardig doel? 6Wie kan op meer hopen, zolang er een keuze mogelijk lijkt tussen succes en mislukking, tussen liefde en angst?

7. 1Er is geen vrede dan de vrede van God, omdat Hij één Zoon heeft die geen wereld kan maken tegengesteld aan Gods Wil en aan die van hemzelf, die dezelfde is als de Zijne. 2Wat kan hij hopen te vinden in zo’n wereld? 3Ze kan geen werkelijkheid hebben, omdat ze nooit geschapen werd. 4Zou hij hier vrede willen zoeken? 5Of moet hij wel zien dat de wereld, zoals hij die bekijkt, alleen maar misleiden kan? 6Toch kan hij er op een andere manier naar leren kijken, en de vrede van God vinden.

8. 1Vrede is de brug waarover ieder gaan zal die deze wereld achter zich wil laten. 2Maar vrede begint in de wereld die als anders waargenomen wordt, en leidt vanuit deze nieuwe waarneming naar de Hemelpoort en de weg daarachter. 3Vrede is het antwoord op tegenstrijdige doelen, op zinloze reizen, verwoede, vergeefse pogingen, en zinledige ondernemingen. 4Nu is de weg licht en glooit hij soepel naar de brug waar vrijheid in Gods vrede ligt.

9. 1Laten we vandaag onze weg niet opnieuw kwijtraken. 2We gaan naar de Hemel en het pad is geëffend. 3Alleen als we proberen af te dwalen kan er oponthoud zijn en nodeloze tijdverspilling op doornige zijwegen. 4Alleen God is betrouwbaar en Hij zal onze voetstappen leiden. 5Hij zal Zijn Zoon in nood niet in de steek laten, noch hem voor eeuwig laten ronddolen ver van zijn thuis. 6De Vader roept, de Zoon zal gehoor geven. 7En dat is al wat er te zeggen valt over een wereld die gescheiden lijkt van God, en waar lichamen werkelijkheid hebben.

10. 1Nu is er stilte. 2Zoek niet verder. 3Je bent gekomen tot waar de weg bedekt is met een bladertapijt van valse verlangens, gevallen van de bomen van hopeloosheid die jij vroeger zocht. 4Nu zijn ze vertrapt. 5En je kijkt op naar de Hemel, waarbij de ogen van het lichaam nog maar een ogenblik dienstdoen. 6Vrede is al herkend, ten leste, en je kunt voelen hoe haar zachte omhelzing jouw hart en denkgeest met vertroosting en liefde omringt.

11. 1Vandaag zoeken we geen afgoden. 2Daarin kan geen vrede worden gevonden. 3De vrede van God komt ons toe, en alleen dit zullen we aanvaarden en wensen. 4Vrede zij met ons vandaag. 5Want we hebben een eenvoudige, blije manier gevonden om de wereld van dubbelzinnigheid achter ons te laten en onze wisselende doelen en eenzame dromen te vervangen door een enkelvoudig doel en samenzijn. 6Want vrede is eenheid, als ze komt van God. 7We zoeken niet verder. 8We zijn dicht bij huis en komen nog dichterbij telkens wanneer we zeggen:

9Er is geen vrede dan de vrede van God, en ik ben blij en dankbaar dat dit zo is.