Een Cursus
In Wonderen

Geautoriseerde Online Editie
Werkboek

LES 194

Ik leg de toekomst in Gods Handen.

1. 1Het idee van vandaag zet opnieuw een stap naar een snelle verlossing, en het is zonder meer een reuzenstap! 2Zo groot is de afstand die hij overbrugt dat hij je vlak voor de Hemel neerzet, met het doel in zicht en de belemmeringen achter je. 3Je voeten hebben de velden bereikt die jou verwelkomen bij de Hemelpoort, de stille plaats van vrede waar jij met zekerheid de laatste stap van God afwacht. 4Hoe ver zijn we nu vooruitgegaan, weg van de aarde vandaan! 5Hoe dicht naderen we ons doel! 6Hoe kort is de reis die we nog moeten afleggen!

2. 1Accepteer het idee van vandaag en jij hebt alle angst, alle afgronden van de hel, alle zwarte neerslachtigheid, gedachten aan zonde, en de verwoesting teweeggebracht door schuld, achter je gelaten. 2Accepteer het idee van vandaag en jij hebt de wereld van alle gevangenschap bevrijd door de zware ketens die de deur naar de vrijheid voor haar afsloten, los te maken. 3Jij bent verlost, en jouw verlossing wordt zo het geschenk dat jij de wereld schenkt omdat jij hebt ontvangen.

3. 1Op geen enkel moment wordt neerslachtigheid gevoeld, pijn ervaren of verlies gezien. 2Op geen enkel moment kan verdriet op een troon worden gezet en trouw worden aanbeden. 3Ja, op geen enkel moment zelfs kan iemand sterven. 4En zo is elk moment dat aan God gegeven wordt terwijl het voorbijgaat, met het volgende al aan Hem gegeven, een moment van jouw bevrijding van droefheid en pijn, ja zelfs van de dood.

4. 1God heeft jouw toekomst in handen zoals Hij jouw verleden en heden in handen heeft. 2Ze zijn één voor Hem en dus zouden ze voor jou één moeten zijn. 3Maar in deze wereld lijkt de voortgang van de tijd nog steeds werkelijkheid. 4En dus wordt jou niet gevraagd het ontbreken van opeenvolging, dat feitelijk in de tijd te vinden is, te begrijpen. 5Jou wordt alleen gevraagd de toekomst los te laten en in Gods Handen te leggen. 6En je zult door je ervaring ontdekken dat je het verleden en het heden eveneens in Zijn Handen hebt gelegd, want het verleden zal jou niet meer straffen en angst voor de toekomst zal nu zonder betekenis zijn.

5. 1Bevrijd de toekomst. 2Want het verleden is voorbij en dat wat heden is wordt – bevrijd van zijn nalatenschap van ellende en verdriet, van verlies en pijn – het ogenblik waarop de tijd ontsnapt aan de onderworpenheid aan illusies waarbinnen hij zijn meedogenloze, onvermijdelijke koers volgt. 3Dan wordt elk ogenblik dat slaaf was van de tijd in een heilig ogenblik getransformeerd, wanneer het licht dat in Gods Zoon verborgen werd gehouden, bevrijd wordt om de wereld te zegenen. 4Nu is hij vrij en al zijn glorie straalt op een wereld die samen met hem is bevrijd om in zijn heiligheid te delen.

6. 1Als je de les voor vandaag kunt zien als de bevrijding die ze werkelijk is, zul jij niet aarzelen om je zo consequent mogelijk in te zetten om die tot een deel van jou te maken. 2Naarmate ze de heersende gedachte in je denkgeest wordt, een gewoonte in jouw probleem-oplossend repertoire, een manier om snel op verleidingen te reageren, breid je tot de wereld uit wat jij hebt geleerd. 3En wanneer jij in alles verlossing leert zien, zal de wereld zien dat ze is verlost.

7. 1Welke zorg kan hem overvallen die zijn toekomst in Gods liefdevolle Handen legt? 2Waaraan kan hij lijden? 3Wat kan hem pijn doen of een ervaring van verlies bezorgen? 4Wat kan hij vrezen? 5En wat kan hij anders dan met liefde bezien? 6Want hij die ontkomen is aan alle angst voor pijn in de toekomst, heeft zijn weg gevonden naar vrede in het nu, en heeft de zekerheid gevonden dat er voor hem wordt gezorgd, een zekerheid die nooit door de wereld kan worden bedreigd. 7Hij is er zeker van dat ofschoon zijn waarneming onjuist kan zijn, het die nooit aan correctie zal ontbreken. 8Hij is vrij om opnieuw te kiezen wanneer hij misleid is geweest, om van gedachten te veranderen wanneer hij vergissingen heeft begaan.

8. 1Leg dan jouw toekomst in Gods Handen. 2Want zo roep jij de herinnering van Hem op terug te keren, en al je gedachten over zonde en kwaad te vervangen door de waarheid van de liefde. 3Denk je dat de wereld daar niet bij zou winnen en ieder levend schepsel niet zou reageren met een genezen waarneming? 4Wie zich aan God toevertrouwt, heeft ook de wereld in die Handen gelegd waartoe hij zichzelf voor troost en veiligheid heeft gewend. 5Hij legt de ziekelijke illusies van de wereld samen met de zijne terzijde en biedt beide vrede aan.

9. 1Nu zijn we daadwerkelijk verlost. 2Want in Gods Handen rusten we onverstoorbaar, er zeker van dat alleen het goede tot ons komen kan. 3Als we het vergeten, zullen we zachtjes worden gerustgesteld. 4Als we een niet-vergevende gedachte accepteren, zal die snel door de weerspiegeling van de liefde worden vervangen. 5En als we in de verleiding komen aan te vallen, zullen we een beroep doen op Hem die waakt over onze rust, om voor ons de keuze te maken die de verleiding ver achter zich laat. 6De wereld is niet meer onze vijand, want we hebben ervoor gekozen haar vriend te zijn.